RSG Tromp Meesters
 
Facebook Facebook
Twitter Twitter
Googleplus Google+ / YouTube
RSG Tromp Meesters  
Het accent op jouw talent
Door Boaz Hakvoort

Stel, je leeft in een land waar het altijd heet is. Stel, je gaat elke dag naar een school die vijf kilometer verderop is, maar je hebt geen fiets. Stel, je zit in een klas met 89 klasgenoten. Stel, je krijgt strafwerk en je komt later naar huis maar je hebt geen mobiel om naar huis te appen. Stel, je zit thuis aan je huiswerk, je snapt het niet, en je wilt het aan je vader vragen, maar die kan niet lezen en schrijven. Stel, je wilt ’s avonds chillen, maar het is donker; er is geen elektriciteit. Stel, je denkt: wat een raar verhaal! Dat is verzonnen… Nou nee, wat ik zojuist getypt heb is het leven van mijn sponsorkind in Afrika.

Hoe ik in Afrika kwam
   
Sinds enkele jaren ben ik sponsor van een jongetje in Afrika. Hij heet Severin en woont in Burkina Faso. Burkina Faso ligt in West-Afrika en is een van de armste landen van de wereld. Mensen wonen er in kleine hutjes (gemaakt van zand en runderpoep) midden in droge vlaktes. De helft van de mensen daar leeft van minder dan 1 euro per dag, maar eten kost evenveel als in Europa. Dus zijn kinderen die daar wonen ondervoed. Veel kinderen kunnen niet eens naar school. Ze helpen hun vader en moeder op het land, of bedelen op
straat.

Speciaal verlof
Ik had de mogelijkheid om met mijn vader en moeder dit land te bezoeken. De school vond het een goed plan en gaf mij speciaal verlof (dank, dank!). Dus stapte ik op 7 januari in Brussel op het vliegtuig met bestemming “Ougadougou” (spreek uit: wagha-doeghoe). De vlucht duurde zes uur en ik stapte uit in de behaaglijke warmte van Afrika. Nou ja, het was de koude tijd - veel Afrikanen lopen met winterjassen en berenmutsen - want het is ’s nachts maar 25 graden…

Het land
Behalve dat Burkina Faso heel heet en stoffig is, is het echt een ontwikkelingsland. Er zijn wel een aantal asfaltwegen, maar de meeste straten en paden zijn gemaakt van zand. Ze bestaan afwisselend uit stenen en kuilen. Dat komt omdat het land geen geld heeft om een goede infrastructuur aan te leggen. Maar dat geeft niet, want er zijn toch niet veel mensen die een auto hebben.

De bus
Als je naar een andere stad moet, neem je de bus of de vrachtwagen. Bij de bus moet je je kleine achtpersoons bestelbusjes voorstellen waar je de achterbank deelt met 23 andere reizigers. De bagage past er dan niet meer bij, dus die wordt op het dak gehesen, samen met 18 grote zakken mais, 5 motorfietsen, de nodige andere spullen en 3 geiten. Als de bus te duur is, dan neem je de vrachtwagen. Dat wil zeggen: je lift mee op het dak van een toevallig passerende truck. Zo kom je ook waar je moet zijn.

 
Mijn sponsorkind
Terug naar mijn sponsorkind. Ik schrijf al enkele jaren met hem. Dus ik zag er erg naar uit om hem te ontmoeten. Dat gebeurde bij hem thuis. Severin woont bij zijn opa en oma. Die zorgen voor hem. Waar zijn moeder is, is onbekend. Zijn vader werkt overdag. In het huis wonen trouwens ook nog andere familieleden.

Oud matras
Severin heeft geen eigen kamer. Hij deelt zijn kamertje met andere kinderen. Samen slapen ze op een oud matras op de grond. De familie is erg arm. Severin is ook erg klein voor zijn leeftijd, net zoals veel andere kinderen in Burkina Faso. Dat komt vermoedelijk door eenzijdig en te weinig voedsel. Severin gaat naar school. Hij zit in een klas van 90 kinderen. Vanuit onze sponsorbijdragen wordt zijn schoolgeld betaald.

Afrikaans tenue
Het was heel gaaf om hem te ontmoeten. Severin was ook erg blij om mij te zien. Vanuit het project van ‘Compassion’ (de organisatie die bemiddelt in de sponsoring) was zelfs een cadeau voor mij gekocht: een echt Afrikaans tenue… (zie de foto’s, niet lachen!)

Tot slot
Al met al was mijn reis een ervaring om nooit te vergeten. Afrika is echt heel anders dan Nederland. Mijn docenten hadden gelijk toen ze mij toestemming gaven om tijdens schoolweken op reis te gaan. In Afrika heb ik inderdaad meer geleerd dan bij de docenten in de klas... (haha)

Boaz Hakvoort, 2Va